Kennisagenda Governance

Governance

Wat is onze gezamenlijke ambitie voor de toekomst? Hoe kunnen overheden, bedrijven, maatschappelijke organisaties, inwoners en kennisinstellingen samen invulling geven aan de transitie van het Twentse platteland? Wat is hiervoor nodig? Om te kunnen werken aan het toekomstige vitale platteland in Twente is er behoefte aan een gezamenlijke stip op de horizon éaan kennis over hoe we beter kunnen samenwerken. 

← terug naar Kennisagenda

Sub-kennisvragen

Hoe ziet het landgebruik van de toekomst eruit in Twente?
Wat kunnen we leren van nieuwe manieren van gebiedsontwikkeling, zoals de theorie van ‘small wins’?

Welke provocerende ambitie stellen we in Twente? 

Welke small wins identificeren we in Twente? 

Hoe zorgen we ervoor dat we small wins blijven identificeren? 

Hoe kunnen we small wins stimuleren? 

Wat hebben we ervoor over om een stip op de horizon te stellen in Twente?

Hoe urgent vinden we de huidige situatie in Twente? 

Wat kunnen we leren van de corona crisis? 

Wat willen we opgeven en wat willen we ervoor terug? Hoever gaan we in het afdekken van risico’s? 

Hoe richten we als overheden het proces in om te komen tot een stip op de horizon?

Wie is eigenaar van dit proces? 

Welke organisaties betrekken we hierbij? 

Kunnen deelnemers later nog aansluiten? 

Hoe ontwerpen we een gezamenlijke agenda voor de komende jaren? Welke stappen moeten we zetten? Hoe sluit deze agenda aan op lopende programma’s? 

Hoe kunnen we gemeenschappen in Twente de ruimte geven om initiatief te nemen en te innoveren?

Hoe zien de gemeenschappen eruit en wat vinden ze wel/niet belangrijk? 

Hoe communiceren we de stip op de horizon naar verschillende gemeenschappen? 

Hoe kunnen we – als collectief – op een participatieve manier samenwerken in Twente (overheid, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties, inwoners en kennisinstellingen)?  

Wat weten we over de Twentse cultuur van samenwerken? Hoe kunnen we hier het beste op voortbouwen? 

Wat zijn mogelijkheden om resultaten samen te monitoren? 

Hoe kunnen we opgedane kennis beter borgen en delen?

Hoe kunnen we kennis laten ervaren in de praktijk, door te horen/zien/voelen?